Onderzoek naar slimme laadhubs

Wat is het probleem/de uitdaging?

Dankzij de nieuwe fiscale regels voor bedrijfswagens, loopt de elektrificatie van het wagenpark bijzonder vlot. Bij deze enorme versnelling hoort ook een nieuwe aanpak voor de uitrol van publieke laadpalen. Tot nu toe lag de klemtoon van die uitrol bij “Paal-volgt-wagen” en “Paal-volgt-paal”: laadpalen komen er op vraag van nieuwe EV-rijders, of ter versterking van drukbezochte palen. Nu er een goed basisnetwerk ligt en de uitrol tegelijkertijd ook een stuk sneller moet, dringt een nieuwe aanpak zich op. De focus moet nu gaan naar een efficiënte uitrol op strategische locaties, met volle inzet op slim laden en draagvlakcreatie. In opdracht van Fluvius en Bond Beter Leefmilieu diende er een studie uitgevoerd te worden naar het potentieel van slimme laadhubs in Vlaanderen.

Hoe hebben we dit aangepakt?

Om te komen tot het resultaat van deze potentieelstudie naar laadhubs in Vlaanderen werd gebruik gemaakt van een uitgebreide combinatie van kennis, literatuur en praktijkinzichten. 

  • Literatuurstudie naar projecten en best practices in binnen- en buitenland;
  • Brede bevraging naar standpunten van lokale besturen aan de hand van een online bevraging;
  • Detailinzichten van betrokken stakeholders op basis van verschillende focusgesprekken (Antwerpen, Leuven, Autodelen.net, VVSG en EVBelgium);
  • Data-analyse met betrekking tot de prognose van de behoefte aan laadinfrastructuur in 2030, dewelke vervolgens werd vertaald naar een geografische spreiding o.b.v. een GIS-analyse en een theoretisch potentieel van laadhubs;
  • Synthese van inzichten tot concrete conclusies en aanbevelingen richting beleidsmakers en andere betrokken stakeholders.

Dit alles gebeurde in nauwe afstemming met opdrachtgevers Fluvius en Bond Beter Leefmilieu, dewelke in de vorm van een kernteam nauw werden betrokken in de studie.

Wat is het resultaat/ de conclusie?

Uit de studie zijn vier belangrijke lessen te trekken:

  1. Slimme laadhubs zijn een instrument om netcapaciteit te ontlasten en netcongestie vermijden
  2. Via slimme laadhubs kunnen ook de kosten voor de uitbater – en potentieel voor de EV-rijder – omlaag, dankzij minder en lager gedimensioneerde netaansluitingen, het inspelen op variabele energietarieven en schaalvoordelen zoals gecentraliseerd onderhoud.
  3. Slimme laadhubs kennen nog andere maatschappelijke voordelen: meer doordachte locatiekeuzes dus minder ruimtelijke verrommeling, een snellere uitrol van laadpalen door minder netaansluitingen, een grotere laadzekerheid en potentieel lagere laadkosten voor EV-rijders, en de mogelijkheid om meer doelgroepen zoals deelwagens te ontvangen.
  4. Vlaanderen moet tegen 2030 ongeveer 68.800 CPE (charging point equivalents) aan laadinfrastructuur bijplaatsen, dat is ongeveer 1,5 keer zoveel als dat er nu staat.

Spreekt deze case jou aan?

Neem contact op met Arthur

Voor Netwerkorganisaties